Kerken in Beek en Donk

In Beek en Donk zijn twee kerken. De Leonardus kerk op de Donk – die inmiddels aan de eredienst is onttrokken –  dateert van 1897. De Leonarduskerk is verkocht en overgedragen in augustus 2022 en zodoende geen bezit meer van de parochie. De kerk is flink in verbouwing tot zorgappartementen evenals de ernaast gelegen pastorie. De kerk in Beek dateert van 1935.

De Leonarduskerk

Leonarduskerk gezien vanaf de achterzijde

Leonarduskerk gezien vanaf de achterzijde

Tot 1894 was er sprake van een parochie in Beek en Donk, nl. de Parochie Sint Michaël.
In het jaar 1894 kwam er van het Bisdom toestemming voor het oprichten van een nieuwe parochie, die de naam St. Leonardus parochie zou krijgen. De toestemming voor het bouwen van een nieuwe kerk de Leonardus kerk werd uiteindelijk in 1896 gegeven.
De tot standkoming van de nieuwe kerk is een verhaal apart. Reeds in juni 1880 wordt er gesproken over een tweede parochie in Beek en Donk. De toenmalige Pastoor van de Sint Michaël parochie was een groot tegenstander van de opsplitsing. Hij heeft zich veel moeite getroost om het te voorkomen. Maar uiteindelijk heeft hij bakzijl moeten halen.
De Heer Piet van Thiel was de grote initiator bijgestaan door Antonius van Empel en Henricus Rooijakkers. De laatste twee waren beide wethouder in Beek en Donk. Voor het verkrijgen van toestemming voor de kerk moest eerst een financiële zekerheid gegeven worden. Dankzij de medewerking van velen werd een solide financiële opzet verkregen.
Als architect van de kerk werd na lang aarzelen dhr. Fransen benoemd. Deze stond bekend als leerling van de bekende kerkenbouwer Cuijpers. Dhr. Welsing die alleen een onkosten vergoeding vroeg werd gepasseerd. Als doekje voor het bloeden ontving hij opdracht voor het ontwerp van de pastorie.
Als bouwpastoor werd Jacobus Wouters benoemd. De totale kosten voor het tot stand brengen van de kerk en pastorie alsmede het afbreken van de noodkerk bedroegen Fl. 61.500.
Aardig is om te vermelden dat het inkomen van de pastoor Fl. 1215.-bedroeg. De aannemer was H.Vereijken uit Bergeyk. Hij was met het bedrag van Fl. 31.872 voor de kerk veruit de laagste inschrijver. Tijdens de bouwfase ontstonden er dan ook financiële problemen. Het kerkbestuur zag zich genoodzaakt twee advocaten in de arm te nemen om de aannemer te dwingen zijn werk af te maken.
In 1897 werd de kerk in gebruik genomen. Op 25 juni 1898 werd de kerk door de bisschop op plechtige wijze geconsacreerd. Tijdens de jaren 1920 bleek dat de kerk te klein was voor het aantal parochianen. Men besloot de kerk uit te breiden met twee zijbeuken. In 1929 werd onder architectuur van Roffelsen uit Helmond door aannemer van Doren uit Veghel de kerk uitgebreid voor de prijs van Fl. 34.000. De uitbreiding kostte dus meer als de nieuwbouw ca. dertig jaar eerder. Uit gegevens van het bisdom betreffende de inventaris blijkt dat vooral de beelden al vroeg mogelijk zelf al van het begin aanwezig waren.

De Michaëlkerk

De huidige Michaëlkerk werd op 27 mei 1935 plechtig ingezegend door Mgr.Diepen bisschop van Den Bosch.
Voordat de huidige kerk gebouwd werd stond er op het Heuvelplein de Waterstaats kerk.
Deze kerk stond er 100 jaar. Voordat de kerk aan het Heuvelplein gebouwd werd werden de diensten in een schuurkerk verricht. Deze schuurkerk stond aan het Heuvelplein/ Pater Becanusstraat en is ca. 150 jaar voor de erediensten in gebruik geweest. De staat van deze primitieve schuurkerk was zeer slecht. Ofschoon de kerk , de Oude Toren, reeds in 1809 aan de katholieken teruggegeven werd was het door de zeer slechte en gevaarlijke staat van het gebouw het niet mogelijk deze te gaan gebruiken. Afbraak was de enige mogelijkheid. Pastoor van Abeelen heeft zich beijverd om de kerk op het Heuvelplein te bouwen. De totale bouwkosten kosten bedroegen Fl.18.998,00. Pastoor van Abeelen heeft tijdens het bouwen van de kerk een zeer uitvoerige correspondentie gevoerd met het Bisdom. Opmerkelijk is dat de kerk eerst op 5 juni 1882 na 46 jaar! geconsacreerd werd. In 1892 vatte pastoor van Roosmalen het plan op om te komen tot een verfraaiing van de kerk door de voorgevel aan te passen. Daarvoor kon hij echter geen toestemming verkrijgen van de bisschop.
In 1919 werd pastoor Thijssen benoemd als pastoor in Beek. Hij was de grote animator achter de bouw van een nieuwe kerk. In een brief van 12 september 1921 vraagt hij al toestemming om een huis met erf te kopen gelegen nabij een stuk grond dat door zijn voorgangers reeds was gekocht, met het doel er te zijner tijd een nieuwe kerk op te stichten.
Het is niet direct duidelijk wat de reden was voor de nieuwe kerk. Maar we vinden wel de mening van pastoor Thijssen over de waterstaatskerk: “De waterstaatskerk op het Heuvelplein is altijd een plomp misbaksel geweest, dat misstaat op de Brabantse brink, het is als een schaterlach van de duivel in een volle kathedraal.” In vele gesprekken die pastoor Thijssen voerde met Herman Thijssens liet de pastoor duidelijk merken dat hij niets liever zou hebben als dat Beek een nieuwe mooie kerk zou krijgen.
Inmiddels werd geconstateerd dat de kerk aan een grote onderhouds beurt toe was. Het dak lekte en in de winter was de kerk erg moeilijk te verwarmen. Architect H.W. Valk werd in de arm genomen. Deze maakte een ontwerp dat na aanpassingen, die door de specifieke gedachten van de pastoor ingegeven werden, uiteindelijk voorgelegd aan het bisdom. Op 21 februari 1933 werd dit plan door Mgr. A.F. Diepen goedgekeurd. De kosten werden begroot op Fl.105.751 . Van dat bedrag mocht het kerkbestuur maximaal Fl. 50.000 aan leningen opnemen. Mede dankzij de verkoop van het Liefdes gesticht met school, dat aan het Heuvelplein stond, en dat in 1922 Fl. 22.000 opbracht, beschikte men over behoorlijke reserves. Deze bedroegen op 20 oktober 1932 Fl.58.100, voor deze tijd een aanzienlijk bedrag. Vele onderaannemers die ingeschakeld werden voor de bouw van de kerk kwamen uit Beek en Donk. Aannemer J.M. van Heck en Zonen uit Alphen aan de Maas werd dit werk gegund. Hij was met Fl. 93.740 de laagste inschrijver.
De vele zorgen voor het tot stand brengen van de nieuwe kerk waren pastoor Thijssen toch te veel geworden. Hij overleed op 5 augustus 1934. Pastoor van Riel volgde hem op. De nieuwe pastoor pakte de zaken krachtdadig op, hij ging conflicten niet uit de weg. Diverse advocaten hebben zich bezig gehouden met het conflict tussen het kerkbestuur met de pastoor en de aannemer. Dit alles resulteerde in een uiteindelijk kostenplaatje voor de nieuwe kerk van Fl.124.260,04. Dankzij de medewerking van de parochianen en ook diverse personen van buiten de parochie, die bereid waren leningen te verstrekken tegen een percentage van 3,5 %, was het mogelijk de financiering rond te krijgen. Op 27 mei 1935 werd de kerk in gebruik genomen.

Twee kerken, één parochie

In 1980 fuseerden de Parochie Sint Michaël en de Leonardusparochie tot de Parochie Beek en Donk. Vanaf dat moment viel de parochiegrens ongeveer samen met de toenmalige gemeente Beek en Donk (met uitzondering van enkele buitengebieden). De gemeente Beek en Donk fuseerde in 1997 met de gemeenten Aarle-Rixtel en Lieshout tot de gemeente Laarbeek.
Begin 2013 werd de Leonarduskerk aan de eredienst onttrokken en op 1 januari 2015 vond een fusie van alle voormalige parochies in Laarbeek plaats waardoor de Zalige Pater Eustachius van Lieshout Parochie ontstond.

Bron: Twee uitgaven over de kerken in Beek en Donk n.l.: 100 jaar Leonarduskerk 1897-1997 De Michaëlkerken